Volgens Ronny Asabina, fractieleider van BEP, lijkt de Surinaamse regering onder het leiderschap van president Santokhi plotseling haast te hebben met het afhandelen van diverse zaken. Hij verwees onder andere naar de overeenkomst met Chinalco, de distributie van voedselpakketten, het verstrekken van bereidverklaringen en het besluit om elke Surinamer een aandeel in royalty’s van 750 Amerikaanse dollar toe te kennen.
“De regering heeft plotseling haast met de verkoop van onze natuurlijke hulpbronnen. Ik kan verwijzen naar de overeenkomst met Chinalco voor de exploitatie van onze bauxietreserves in het westen. Daarbij heeft de regering een ernstige fout gemaakt door in strijd met wettelijke bepalingen en regelingen de memorandum of understanding naar het parlement te sturen,” aldus Asabina.
Hij vervolgde: “De regering heeft haast met het verstrekken van voedselbonnen en pakketten, met het uitgeven van bereidverklaringen zonder toewijzingsbeschikkingen, en met het uitbetalen van royalty’s. Straks zal de regering ook nog haast hebben met het uitbetalen van sociale uitkeringen. Mark my words.” De fractieleider uitte zijn kritiek tijdens de behandeling van de Wet Spaar- en Stabilisatie Fonds Suriname en de Comptabiliteitswet 2024 in De Nationale Assemblee (DNA) op dinsdag. Hij bekritiseerde de manier waarop de regering op het laatste moment probeert zaken door te drukken. “Het kan niet zo zijn dat de kwaliteit opeens niet meer doorslaggevend is. We kunnen het ons niet permitteren om middelen en voordelen te missen of te ontwijken,” waarschuwde Asabina.
Ook andere fracties in het parlement uitten hun onvrede over de haast waarmee de wetgeving moet worden aangenomen. De wetten werden op 9 december ingediend, en oppositieleden klagen dat er nauwelijks tijd is geweest om deze grondig te bespreken. NDP-fractieleider Rabin Parmessar noemde de wetten een poging om de “schandalige herschikking van de Oppenheimer-lening” mogelijk te maken. Zijn partijgenoot Stephen Tsang voegde eraan toe dat Oppenheimer kennelijk heeft gedreigd de rente te verhogen van 9% naar 13%.
Asabina benadrukte dat de regering bij cruciale kwesties een gebrek aan gepaste houding en zorgvuldigheid toont en protesteerde tegen deze manier van besturen. “Op een sama-sama-fasi, op het laatste moment, wordt getracht om alles door te drukken. Dit kan zo niet,” aldus de politicus.