Artiest Bigyard heeft deze week publiekelijk verontschuldigd voor zijn opmerkingen die hebben geleid tot spanningen binnen de Surinaamse muziekscene. Dit artikel belicht de oorzaak van de situatie, de verontschuldiging van Bigyard, en zijn toekomstige focus op positiviteit.
Achtergrond van de Spanningen
De spanningen begonnen als een rapbeef tussen Bigyard en Kappalani en escaleerden tot een sociale media-beef. Deze situatie dreigde uit de hand te lopen, waarbij Kappalani zelfs naar het huis van Bigyard ging met de intentie om hem ‘ongeluk te geven’.
- Kappalani was op dat moment niet thuis.
- Bigyard reageerde dat hij Kappalani zou “vermoorden” bij een confrontatie.
Verontschuldiging van Bigyard
In een verklaring heeft Bigyard zijn spijt betuigd:
“Ik, Westbank Bigyard, wil mijn oprechte verontschuldigingen aanbieden voor mijn recente uitlatingen en het conflict dat is ontstaan. Het spijt me ten zeerste dat de situatie zo uit de hand is gelopen.”
Specifieke Excuses
Bigyard benadrukt dat het nooit zijn bedoeling was om Kappalani of diens familie te kwetsen:
“Specifiek wil ik mijn excuses aanbieden aan Kappalani, evenals aan zijn gezin en familie.”
Toekomstige Focus op Positiviteit
Bigyard heeft aangegeven dat hij zich voortaan wil richten op zijn muziek en positiviteit:
- Hij kiest ervoor om zich terug te trekken uit negativiteit en drama.
- Zijn focus ligt op het bouwen aan een positieve toekomst.
Afsluiting en Oproep tot Eenheid
Bigyard sluit zijn boodschap af met een oproep tot eenheid:
“Oeng tek mi in lobi!”
Hij bedankt ook enkele ondersteunende individuen, waaronder ABC Westbank, Badmove BMR Records, en zijn moeder, Henna Dennen.
Hedendaagse artiesten staan vaak onder druk, zowel door persoonlijke conflicten als door de verwachtingen vanuit de gemeenschap. Bigyard’s verontschuldiging en zijn nieuwe focus op een positieve muzikale toekomst zijn een belangrijke stap in de goede richting. Laten we hopen dat deze situatie een les is voor anderen in de industrie en dat het leidt tot een meer harmonieuze muziekscene in Suriname.