Bronto Somohardjo (voormalig minister en lijsttrekker van Pertjajah Luhur) heeft op dinsdag een strafklacht ingediend bij de procureur-generaal (pg). Hij verzoekt om een strafrechtelijk onderzoek op te starten naar valsheid in geschrifte, fraude en schending van de Anti-Corruptiewet met betrekking tot de transactie van het Blauwe Meer. Op 16 augustus 2019 heeft Panaso Vastgoed N.V., een dochteronderneming van DSB-Assuria Vastgoed Mij NV, voor een bedrag van US$ 20.000.000 vijf percelen met een oppervlakte van ongeveer 574.255 hectare verkocht aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Deze percelen zijn bekend als het ‘Blauwe Meer’.
Daarnaast is Somohardjo “ook betrokken bij een ander onderzoek dat Suriname op zijn grondvesten zal doen schudden. Dadingsovereenkomsten zijn gesloten waarbij de Staat, de Centrale Bank van Suriname, oftewel het volk, ernstig is opgelicht voor miljoenen US-dollars. Prominente figuren in de samenleving, waaronder een gerenommeerd advocatenbureau, hebben te maken met deze corruptiezaak. Ons onderzoek is bijna afgerond en er zal ook in dit geval een strafklacht worden ingediend. Halal politiek is niet slechts een politieke visie, het is een morele verplichting om een schoon pad te bewandelen, vrij van corruptie en machtsmisbruik,” aldus Somohardjo tegen Starnieuws. “Corruptie bestrijden is niet alleen een strijd tegen sriba’s maar ook tegen pataka’s.”
Al in 2018 hebben vooraanstaande juristen de directies van zowel DSB Bank NV als de verzekeringsmaatschappij Assuria schriftelijk geïnformeerd dat Panaso Vastgoed N.V. niet bevoegd was om over de percelen te beschikken omdat de eigendomsakte niet deugde. Het was bekend dat de percelen niet aan een derde konden worden overgedragen. “Ondanks de waarschuwingen van de juristen hebben de bestuurders van Panaso Vastgoed NV de percelen aan de CBvS verkocht met de argumentatie dat de transactie essentieel was voor de redding van DSB Bank. Deze transactie was in strijd met de geldende Bankwet, aangezien de CBvS wettelijk geen onroerend goed mocht aankopen, tenzij ter uitvoering van haar bankactiviteiten,” stelt Somohardjo.
Bij deze transactie valt verder op dat het Blauwe Meer destijds door de Staat is geruild voor een terrein ter waarde van ongeveer 3,3 miljoen euro. Het verschil in waarde tussen 3,3 miljoen euro en US$ 20 miljoen is moeilijk te rechtvaardigen en doet vermoeden van corruptie, volgens Somohardjo.
Recentelijk heeft Somohardjo zich verdiept in het dossier van het Blauwe Meer, nadat de Ware Tijd een reeks artikelen hierover had gepubliceerd. “Ik heb geconcludeerd dat met de verkoop van het Blauwe Meer door Panaso aan de CBvS mogelijk strafbare feiten zijn gepleegd. Het dossier heeft ook veel weg van witteboordencriminaliteit.”
Daarom beschouw ik het als mijn plicht als politicus, die halal politiek wil bevorderen, om formeel een strafrechtelijk onderzoek te verzoeken in deze kwestie. Een maatschappij wordt onhoudbaar wanneer individuen, zonder strafvervolging, opzettelijk schade kunnen toebrengen aan rechtssubjecten en er voordeel uit kunnen halen. Ik pleit voor een strikte aanpak van corruptie, een aanpak die geen onderscheid maakt tussen etniciteit, sociale status, geloofsovertuiging of politieke voorkeur.
Ik hoop van harte dat de pg de door mij ingediende documenten grondig zal laten onderzoeken en zal toetsen of er strafbare feiten zijn gepleegd.”