Op 25 mei 2025 zal Suriname naar de stembus trekken. Deze verkiezingen plaatsvinden in een periode gekenmerkt door economische onzekerheid, sociale spanningen en een digitale revolutie die de fundamenten van de democratie ondermijnt. Momenteel staan twee onderwerpen centraal in de politieke discussies: koopkracht en criminaliteit. Deze kwesties zijn niet alleen diep verankerd in het dagelijkse leven, maar ook kwetsbaar voor beïnvloeding door populistische retoriek en de toenemende impact van sociale media.
De stijgende levensonderhoudskosten treffen de mensen in hun meest fundamentele rechten. Inflatie en een hoge werkloosheid dwingen velen tot moeilijke keuzes: voedsel of huur? Medicijnen of onderwijs voor hun kinderen? Dit zijn geen abstracte cijfers, maar vragen van elementaire rechtvaardigheid. Politici spelen in op deze zorgen met talrijke beloften, vaak zonder gedegen oplossingen. Het is pijnlijk om te zien hoe deze concrete problemen worden aangewend voor het winnen van stemmen, zonder aandacht voor de structurele oorzaken van ongelijkheid. Voor een duurzaam en rechtvaardig beleid is meer vereist dan kortetermijnmaatregelen: er zijn hervormingen nodig die betaalbare huisvesting, basisgezondheidszorg en kwaliteitsonderwijs waarborgen.
Naast koopkracht is criminaliteit een van de voornaamste zorgen van de kiezers. Geweld, drugscriminaliteit, diefstal en corruptie zijn symptomen van een diepgeworteld structureel falen. Armoede, werkloosheid en een gebrek aan sociale vangnetten creëren omstandigheden waarin criminaliteit kan gedijen. De oproep voor strengere handhaving van de wetten en zwaardere straffen klinkt luid, maar deze aanpak pakt niet de oorzaken van criminaliteit aan. Wat noodzakelijk is, is een holistische benadering die investeert in onderwijs, werkgelegenheid en gemeenschapsopbouw, terwijl corruptie op alle niveaus wordt bestreden. Alleen zo kan de vicieuze cirkel van armoede en geweld doorbroken worden.
In de afgelopen decennia zijn sociale media veranderd van platforms voor persoonlijke verbindingen naar arena’s voor politieke campagnes, desinformatie en polarisatie. Wat ooit een belofte vertegenwoordigde van democratische betrokkenheid en inclusiviteit, laat steeds vaker zijn duistere kant zien. Met de verkiezingen in het vooruitzicht moeten we ons afvragen: zijn sociale media nog steeds een positieve kracht voor de democratie in Suriname, of vormen ze inmiddels een bedreiging?
Sociale media bieden zeker voordelen. Ze stellen ongekende toegang tot informatie mogelijk en geven een platform aan stemmen die anders misschien overstemd zouden worden. Sociale media kunnen transparantie bevorderen en zelfs verkiezingsfraude aan het licht brengen. Maar deze idealen verbergen een harde realiteit. Sociale media zijn veranderd in digitale strijdtonelen waar polarisatie, angst en haat overheersen. De algoritmes van deze platforms zijn niet gericht op het bevorderen van nuance of waarheid, maar op het maximaliseren van betrokkenheid door emoties op te roepen. Woede en angst genereren meer winst dan empathie en begrip. Dit leidt tot een gefragmenteerd publiek, gevangen in hun eigen ‘bubbels’.
Een van de meest zorgwekkende aspecten van sociale media is de verspreiding van ‘fake news’ en desinformatie. Sensationele of onjuiste berichten verspreiden zich sneller dan feitelijk correcte informatie. Dit ondermijnt niet alleen een goed geïnformeerd electoraat, maar bedreigt ook de fundamentele waarden van de democratie. In een politiek verdeelde samenleving zoals de onze versterken sociale media deze scheidslijnen, wat leidt tot angst en wantrouwen. Bovendien bieden sociale media een schijnbaar gevoel van politieke participatie. Het delen van een meme of het plaatsen van een woede-uiting kan voelen als activisme, maar het resulteert zelden in fundamentele veranderingen. In plaats van diepgaand onderzoek en kritische discussie, vervangt oppervlakkige betrokkenheid de daadwerkelijke betrokkenheid die nodig is om democratische processen te versterken.
De verantwoordelijkheid om deze negatieve trend om te keren ligt deels bij de gebruikers. Een kritische houding ten opzichte van informatie en het vermijden van polariserende inhoud zijn cruciale stappen. Echter, individuele inspanningen zijn niet voldoende. Als samenleving moeten we investeren in mediageletterdheid. Gebruikers die beter voorbereid zijn om ‘fake news’ en desinformatie te herkennen en constructieve discussies te voeren, kunnen de schadelijke effecten van sociale media verminderen. Politieke leiders hebben hierin een voorbeeldfunctie: door polariserende retoriek te vermijden en een constructieve benadering van politieke communicatie te hanteren, kunnen zij bijdragen aan een gezondere democratische cultuur.
Sociale media hebben de potentie om de democratie in Suriname te versterken, maar momenteel werken zij vaak contraproductief. Ze voeden polarisatie, verspreiden desinformatie en creëren een giftige omgeving waarin angst en woede gedijen. Het is tijd om kritisch naar onze afhankelijkheid van deze platforms te kijken en na te denken over hoe zij een kracht voor waarheid en inclusiviteit kunnen worden. Op 25 mei staat er veel op het spel voor Suriname. Democratie is kwetsbaar, vooral in een tijdperk waarin technologie wordt ingezet om te verdelen in plaats van te verenigen. Laten we niet toestaan dat sociale media bepalen wie wij zijn en in wat wij geloven.
Vincent Roep