Rechtsvraag over bevoegdheid OKB in het geval NPS blijft onbeantwoord.

Persrechter Alida Johanns behandelt het vonnis van de rechter in de zaak NPS tegen OKB. (Foto: René Gompers) De Nationale Partij Suriname (NPS) heeft “prematuur” gehandeld. De politieke partij had zich eerst moeten richten tot president Chan Santokhi met haar klachten, in plaats van het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) naar de rechter te slepen. Dit heeft geleid tot de verklaring dat de partij “niet ontvankelijk” is in de kortgedingprocedure die tegen het OKB was aangespannen. De rechter heeft dan ook geen uitspraak gedaan over de kernvraag van de NPS: is het OKB bevoegd om de documenten van politieke partijen te toetsen bij hun registratie? Inmiddels heeft de NPS de noodzakelijke documenten ingediend voor registratie bij het OKB. Persrechter Alida Johanns heeft vrijdag het vonnis besproken.

De NPS heeft juridische stappen ondernomen omdat het OKB weigerde de partij te registreren wegens het niet voldoen aan enkele voorwaarden. De NPS kreeg de kans om de tekortkomingen recht te zetten. De partij stelde dat het OKB niet bevoegd is om de documenten te toetsen en eiste registratie. Het OKB hield vast aan zijn standpunt, waarop de NPS een kortgeding heeft aangespannen: de partij heeft het OKB als Staat aangeklaagd en aangevoerd dat het OKB niet bevoegd is om statuten te toetsen. Het OKB heeft in de rechtszaal betoogd dat het niet als Staat Suriname kan worden aangeklaagd omdat het een onafhankelijke entiteit is. Tevens stelde het dat de NPS de procedure volgens de Wet Politieke Organisaties diende te volgen en in deze kwestie beroep bij de president had moeten aantekenen en niet naar de rechter had moeten stappen. Het OKB beweert ook dat zij wettelijk bevoegd is om in deze kwestie de statuten van politieke partijen te toetsen.

Johanns deelt mee wat de rechter heeft beslist: “De NPS handelt terecht door het OKB als Staat te dagen omdat het OKB geen rechtspersoonlijkheid bezit. Natuurlijke en rechtspersonen kunnen betrokken worden in een rechtsprocedure. Daarom is het niet onterecht dat de NPS het OKB als de Staat heeft aangeklaagd.” Over de procedure merkt de kortgedingrechter op: “Inderdaad had de NPS de voorgeschreven procedure uit de wet moeten volgen. Als het OKB had besloten om ‘ik schrijf u niet in in het register’ dan had de NPS naar de president van het land moeten gaan. Dat is de procedure die wettelijk is vastgesteld. Aangezien de NPS deze procedure nog niet heeft gevolgd, zal de kantonrechter de NPS niet ontvankelijk verklaren.”

De persrechter benadrukt: “De uiteindelijke beslissing is dat de NPS niet ontvankelijk is verklaard. De kantonrechter stelde: ‘De NPS heeft te vroeg gehandeld. De procedure zou moeten zijn dat de NPS van het OKB een proces-verbaal ontving met de beslissing om niet in te schrijven. Nadat dat was ontvangen, hadden ze in beroep moeten gaan bij de president van het land. En die procedure is nog niet gevolgd. Daarom stelt de kantonrechter: ‘Ze zijn prematuur.’ En met een verklaring van niet ontvankelijkheid, gaat de rechter verder niet in op de rechtsvraag: ‘Is het OKB bevoegd om de statuten op de vereisten van de wet te toetsen?’ Hierover is in het vonnis geen beslissing genomen, omdat de niet ontvankelijkheid is vastgesteld.”

Deel dit: