De Staat heeft niet gereageerd op de aanmaning van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) met betrekking tot de omstreden bauxietovereenkomst met de Chinese multinational Chinalco. Het schrijven is op 13 december per deurwaardersexploot verzonden naar procureur-generaal Garcia Paragsingh, die optreedt als vertegenwoordiger van de Republiek Suriname in juridische zaken. De brief is eveneens gestuurd naar David Abiamofo, minister van Natuurlijke Hulpbronnen, en minister Stanley Raghoebarsing van Financiën. Gerechtelijke stappen tegen de Staat zijn nu niet uitgesloten.
Het advocatenteam van VIDS verwijst naar het vonnis van 16 mei 2024 in een kortgeding, waarin de Staat is veroordeeld. In dit vonnis is vastgesteld dat, voordat er een besluit wordt genomen om derden het recht op grondhuur te verlenen voor economische activiteiten in de woon- en jachtgebieden van Inheemse en/of Tribale volken, deze betrokken moeten worden bij de besluitvorming om informed consent te verkrijgen. Er is een dwangsom van SRD 10.000 per dag vastgesteld voor elke dag dat de Staat in gebreke blijft om aan haar consultatieverplichting te voldoen, met een maximum van SRD 10.000.000.
De advocaten wijzen erop dat via de website van het Kabinet van de President en verschillende mediakanalen in een persbericht is aangekondigd dat de regering op 25 november 2024 een memorandum of understanding heeft ondertekend met Chinalco voor de ontwikkeling van de bauxietindustrie in West-Suriname. “Wij wijzen u erop dat de Staat evident niet heeft voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit het vonnis in de kortgedingzaak. Meer specifiek heeft de Staat zijn consultatieverplichting niet nageleefd,” benadrukt het advocatenteam.
De advocaten constateren dat de Staat vóór 25 november 2024, de datum waarop het memorandum is ondertekend, niet beschikte over de vereiste informed consent van de Inheemse volken in wiens woon- en jachtgebied Chinalco als derde economische mijnbouwactiviteiten zal ontplooien op de door de Staat toegewezen grond. Ook het besluit om aan Chinalco het recht van grondhuur te verlenen, in de vorm van een MoU, is genomen zonder te voldoen aan de dwingende verplichting, onder verbeurte van een dwangsom, die door de rechter is opgelegd om de betrokken Inheemse volken te consulteren.
“Procureur-generaal en ministers, wij verwachten dat u de ernst van deze aanmaning voldoende inziet en het voortduren van het onrechtmatig handelen door de Staat Suriname onmiddellijk beëindigt. Tevens verzoeken wij om de totaal verbeurde dwangsommen, vermeerderd met de wettelijke rente, uit te betalen aan onze cliënt, zodat een gang naar de rechter niet noodzakelijk zal zijn,” stelt de VIDS in een persbericht.